Het boekje Muziek van de Stilte van de monnik David Steindl-Rast gaat volledig over de zegeningen van de  Gregoriaanse zang. Op veel plaatsen trof mij de gelijkenis met Zielsveel Zingen. Om die gelijkenis te proeven heb ik in de onderstaande geleende tekst het woord Gregoriaanse Zang eens vervangen door Zielsveel Zingen.

Er staat dan het volgende…
Zielsveel Zingen (or. Gregoriaanse zang) leert ons iets over leven in het heden. Vanuit pragmatisch standpunt is zingen een nutteloze bezigheid. Het dient nergens toe. Wij zijn echter zozeer gespitst op dingen die nuttig zijn dat we het betekenisvolle vergeten: datgene wat ons leven vreugde en diepte verleent en waardevol maakt.
Zielsveel Zingen is dus een bezigheid die geen praktisch doel dient; het is gewoon even proeven van de vreugde en schoonheid van het leven”.

Voor het geval je bevangen raakt door wat die schoonheid misschien dan wel van je verlangt, en of jij daar wel aan kunt voldoen, schrijft hij even verderop het volgende:
Zielsveel Zingen is een volkskunst: de onvolmaaktheid maakt deel uit van haar volmaaktheid. Ze biedt ruimte aan alle soorten stemmen en vocale vaardigheden; in het klooster wordt een gezang gezongen door de mensen die toevallig aanwezig zijn en deelnemen aan de gemeenschappelijke geest.
Onvolmaaktheden zijn dus onvermijdelijk, net als in het leven. Daar gaat het juist om: er ontstaat een opmerkelijk transcedente schoonheid wanneer doodgewone mensen zich met al hun tekortkomingen aan het gezang overgeven.”

Hier word ik nou helemaal blij van want of je het nou Gregoriaans, Mantra, of Zielsveel Zingen noemt, het maakt niet uit. Het gaat alleen om de ervaring van de samenzang; jouw stem samen met die van alle anderen. En dat in een mooie spirituele omgeving zoals de kapel van het Jeroen Bosch ZH. Geen doel, geen religie, alleen de vrijheid te ervaren wat er zingend te ervaren is… op dat ene moment. Niet meer en niet minder.